Over de correcte beweging
De vier gangmaten
Tegenwoordig moet alles snel gaan en krijgt het paard niet de tijd om zich spiertechnisch te ontwikkelen wat tot te vroege slijtage kan leiden. Ik heb altijd nauwlettend toegekeken op de juistheid van de beweging. Dat wil zeggen dat het achterbeen werkt zoals een slinger van een klok, even ver voor als achter de loodlijn.
Dit in de 4 gangmaten:
Verzameld 40-40
Arbeid 50-50
Midden 60-60
Uitgestrekt 70-70
Wanneer het paard hierbij voldoende voorwaarts is en de juiste aanleuning neemt beweegt het voorbeen van het paard ‘voor zich uit’. Het is soms verbijsterend te zien dat jonge talentvolle paarden gedwongen worden laag te lopen en een totaal foute beenbeweging vertonen. We zien soms paarden die volledig in de voorhand lopen, die met de achterbenen meer achter dan voor de loodlijn bewegen. Het spreekt voor zich dat hier een grote kans bestaat een kreupel paard te ontwikkelen.
Het paard als rugganger Het is vanaf de eerste trainingen belangrijk te letten op de ontspanning van de rug. Bij de eerste longelessen probeer ik dadelijk in de juiste buiging te longeren, om het op de schouder vallen te voorkomen. De meeste spanning in de rug is een gevolg van het op de schouder vallen, daarom: als ik een rechtsgebogen paard links longeer maak ik de volte indien nodig kleiner om een juiste buiging naar links te krijgen. Wanneer de volte te groot is zal het paard naar buiten kijken (en dus in de verkeerde buiging lopen) wat grote spanning in de rug tot gevolg heeft.
Het gebeurt dat men tijdens een kreupelheidonderzoek deze fout niet opmerkt. Wanneer dit gebeurt op harde bodem kan men zien dat de hoef volledig op de zijkant de grond raakt en dat het zodoende bijna niet mogelijk is ‘normaal’ te kunnen lopen. Daarenboven komt het volledige paardengewicht op de binnenhoef terecht!
Spanning in de rug maakt dat de buikspieren niet (mee)werken, wat als gevolg heeft dat de achterhand ‘lang’ loopt en het paard geen rugganger maar een schenkelganger wordt.
Te vroeg laag en diep rijden!
Als alleen een rechtgericht paard de rug kan ontspannen heeft het geen zin om snel laag te rijden. Elk paard heeft van nature een holle en een bolle kant en zolang het paard niet in beide richtingen kan buigen kan hij de rug niet volledig ontspannen.
Wat is nageeflijkheid.
Een nageeflijk paard is een rechtgericht paard dat de rugspieren loslaat, de buikspieren sluit en de achterhand onderbrengt. Het paard geeft dan op elke teugeldruk na. Hulpteugels om laag te rijden zijn dus alleen nodig wanneer het paard niet recht is en de rug niet kan ontspannen. Gebruik hiervan kan voor het paard ernstige schade opleveren.
terug
Bladwijzers