Toen ons vorige paard te mager werd kregen we van de DA een artikel over voeding voor oudere paarden: Anneke Hallebeek, ‘Seniorenvoeding: voor oude paarden die mager worden’. Hierin staat onder meer het volgende:
‘In principe heeft een ouder paard niet meer voedingsstoffen nodig. De behoefte aan voedingsstoffen is niet veel veranderd, maar omdat hij het minder goed kauwt en dus verteert, mag het rantsoen wel meer voedingsstoffen bevatten. Samengesteld met de juiste voedermiddelen kan het oudere paard een ‘seniorendieet’ goed verteren zonder risico op het ontstaan van verteringsstoornissen. Daarnaast kunnen weerstandsverhogende voedingsstoffen zoals zink, vitamine E en vitamine C het rantsoen aanvullen. Als de tanden tot op het tandvlees zijn afgesleten kan het paard geen ruwvoer meer eten. Door vezelrijke voedermiddelen te gebruiken zoals bijvoorbeeld bietenpulp, kan het aandeel ruwvoer in het rantsoen geminimaliseerd worden.
Oudere paarden vermageren om verschillende redenen; te weinig voer, ziekte of een infectie (denk aan wormen), stress of rangordeproblemen, haken op de kiezen of afgesleten tanden. Controleer al deze mogelijke oorzaken als een paard bij een gelijkblijvend rantsoen vermagert.
Een ouder paard dien je niet meer krachtvoer te geven. Meer krachtvoer betekent bij een afgesleten gebit nog meer onverteerd zetmeel dat door kan stromen naar de blindedarm. Door overmatig melkzuurproductie van zetmeelafbrekende bacteriën, is het mogelijk dat de bacterieflora uit evenwicht raakt. Dit kan leiden tot koliek, diarree of hoefbevangenheid. Geef daarom oudere paarden die meer energie nodig hebben niet zomaar extra krachtvoer, maar hanteer een speciaal seniorendieet.
Een seniorendieet dient aan de volgende eisen te voldoen:
- Seniorenvoeding moet makkelijk verteerbaar zijn en voldoende energie en eiwitten bevatten.
- Waarschijnlijk is de behoefte aan weerstandsverhogende voedingsmiddelen zoals zink en vitamine E,
A en C hoger dan bij jonge paarden.
- De seniorenvoeding mag niet teveel eiwit, calcium, fosfor of natrium bevatten. Al deze voedingsstoffen (of restanten daarvan) moeten namelijk via de nieren worden uitgescheiden en bij oudere paarden kan de nierfunctie zijn verminderd.
- Als eiwitbron dien je te gebruiken: ruwe celstof/vezels, ontsloten zetmeel (bijvoorbeeld gepofte mais of geplette haver), makkelijk verteerbare suikers of plantaardige olie. De enzymen in de dunne darm verteren plantaardige olie (soya- of maisolie) zeer goed én olie bevat twee tot drie keer zoveel energie dan koolhydraten.
- Als het paard rolletjes/proppen van zijn ruwvoer maakt dan kan dit deels vervangen worden door andere ruwe celstofrijke producten zoals bietenpulp. Ruwe celstof is niet geheel gelijk aan vezelstructuur, maar is wel substraat voor de fermentatie in de dikke darm. Voor een goede werking van het maagdarmkanaal is enige structuur oftewel vezellengte waarschijnlijk gewenst. Een combinatie van snel en traag fermenteerbare vezels in het rantsoen is het beste voor een optimale balans in de blindedarm.
Alternatief voor ruwvoer zijn:
- Bietenpulp: bietenpulp dien je een aantal uren goed in een zeer ruime hoeveelheid water te laten weken! Nooit droge bietenpulp aan paarden voeren!!;
- Haverafvalpellets: Een combinatie van haverafvalpellets en bietenpulp geeft een goede balans in de blinde en dikke darm;
- bolkaf/lijnzaadkaf; of
- zemelen: voer zemelen nat om te voorkomen dat het paard dit droge product zo weghoest. Zemelen stimuleren de beweging van de darmen en daarmee de vertering. Nadeel van zemelen is dat de verhouding tussen fosfor en calcium niet goed is. Het bevat ten opzichte van calcium teveel fosfor. In kleine hoeveelheden geeft dit geen verstoring van de totale calciumfosforbalans.
Let bij deze eenzijdige voedermiddelen er wel op dat het totale rantsoen voldoende mineralen, spoorelementen en vitaminen bevat.
Krachtvoer moet ontsloten zijn. Dit voorkomt doorstroming van teveel niet ontsloten zetmeel naar de blinde darm. Muesli is vaak ontsloten omdat de granen voorbehandeld zijn door te poffen of te pletten. Het vaak relatief hoge vetgehalte in muesli (tot wel 10-12%) is een bijkomend voordeel. Aan het ontsloten krachtvoer/muesli kan ook nog eens extra olie worden toegevoegd om het energiegehalte te verhogen zonder meer zetmeel te hoeven geven.
Opmerkingen bij het rantsoen:
- het energieniveau kan aangepast als het paard hiermee te veel of te weinig krijgt door de hoeveelheid olie of muesli te veranderen.
- Meng de olie door de bietenpulp en geef het totaal eventueel samen met de (natgemaakte) muesli en de supplementen als een slobber.
- Gedurende de dag in meerdere porties verdelen verdient de voorkeur.
- De toevoeging van vitamine E/se is nodig voor de grotere behoefte als gevolg van de grotere opname van meervoudig onverzadigde vetzuren en het kan de weerstand van het oudere paard vergroten. Evenals zink, vitamine A en C. Vitamine A is toegevoegd in de vorm van wortelen (caroteen).
- Als het rantsoen geen of weinig ruwvoer bevat kan extra vitamine B-complex en vitamine K nodig zijn. Deze vitaminen worden normaliter gemaakt door de bacteriën in de dikke darm.
Voorbeeld seniorendieet voor een oud paard van 600kg:
- 1 kg bietenpulp (in water weken!);
- 300ml plantaardige olie;
- 2 kg (ontsloten) muesli (vetgehalte 8%);
- 2,5 kg fijn, zacht hooi;
- Supplement vitamine E/se, zink, vitamine B-complex, C, eventueel K (hoeveelheden zijn
afhankelijk van de gehalten in het supplement).’
Bladwijzers