'Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn?' is het nieuwste boek van gedragbioloog Frans de Waal.
Het is een indrukwekkende dikke pil van een boek, en eentje waar ik heel blij van werd toen ik het las. Frans de Waal werkt tegenwoordig als hoogleraar bij de vakgroep Psychologie bij een universiteit in de US maar is gedragsbioloog en vooral bekend in Nederland door zijn onderzoek van het gedrag van chimpansees in de kolonie in Burgers Zoo.
Het boek gaat niet speciaal over paarden maar over dieren in het algemeen. Veel voorbeelden gaan over onderzoek bij apen want daar is hij het meeste in thuis (en is ook veel onderzoek naar gedaan).
In dit boek rekent hij af met heel veel theoriëen, vooral uit de hoek van de sociale wetenschappen, over wat mensen onderscheidt van dieren. Er is heel veel onderzoek gedaan gericht op het aantonen van hoe uniek de mens is. Kennelijk willen wij heel graag 'anders' zijn (dat heeft diepe culturele en religeuze wortels overigens). Dat heeft gedragsonderzoek nogal sterk beïnvloed. Ook zijn er nogal wat theoriën die een sterk vereenvoudigd idee geven van hoe dieren leren.
Het is allemaal niet zo simpel en we zijn niet uniek. Hij geeft bij elke theorie die hij bespreekt uitgebreid voorbeelden die aantonen waarom het niet klopt. En voorbeelden van onderzoek die zogenaamd aantonen dat mensen slimmer zijn maar die qua opzet helemaal niet eerlijk zijn.
Zijn conclusie is dat er veel vormen van cognitie (slimheid) zijn en elke soort de unieke cognitie heeft die bij hem hoort. En soms zijn ze gewoon slimmer dan mensen.
Het is een flink dik boek en af en toe raakte ik de draad een beetje kwijt of werd het wat langdradig. Maar iedere keer dat dat een beetje begon te kriebelen kwamen er weer prachtige voorbeelden waardoor ik helemaal geboeid verder las.
Om een idee te geven een voorbeeld, en wel over paarden en apen.
Er is wel eens gesteld door onderzoekers dat alleen mensen een 'theorie of mind (TOM)' zouden hebben. Dat betekent dat je je realiseert wat de ander wel weet en wat niet. Als mijn zoon de keukenschaar mee naar boven neemt en mijn man heeft dat niet gezien en ik wel en hij heeft de schaar nodig, dan weet ik dat ik hem dat moet vertellen omdat hij zich anders een ongeluk zoekt. Dat dus. (Zijstapje: er is ook een theorie dat bij autisten deze vaardigheid zich pas op latere leeftijd en/of gebrekkiger ontwikkelt).
Er is een onderzoek gedaan bij een chimpanseekolonie waarbij er fruit verstopt werd in een groot buitenverblijf terwijl de dieren binnen waren. Daarna werden ze vrij gelaten en werd er gekeken wat er gebeurt. Zo was er oa een jong mannetje dat een sinaasappel ontdekte die net onder de grond begraven was toen hij eroverheen liep. Hij deed tegenover de andere apen alsof hij niets gemerkt had en bleef in de buurt rondlummelen totdat de oudere dominantere dieren ver genoeg weg waren, groef hem snel op en ging in een rustig hoekje zitten eten. Hij wist dus dat de anderen geen weet hadden van de sinaasappel (en toonde ook aan dat apen kunnen plannen).
Ook bij paarden is een TOM aangetoond. Een paard staat in een paddock. Buiten de paddock, in het zicht van het paard wordt een wortel verstopt onder een emmer. Dan komt er iemand anders (een bekende verzorger) naar de paarden toe. Paarden proberen dan via signalen (duwen, kijken) aan de verzorger duidelijk te maken dat er iets onder de emmer ligt dat ze willen hebben. En nu komt het. Als ze weten dat de verzorger niet gezien heeft dat er iets verstopt werd doen ze dat veel nadrukkelijker dan wanneer de gezien hebben dat de verzorger erbij stond en het dus gezien heeft.
En zo staat het boek bol van de vele prachtige voorbeelden.
Bladwijzers