Ik denk dat het eigenlijk vooral ligt aan je paard zelf, en hoe die gebouwd is.
Wat je trouwens ziet bij Lusi's en Andalusiers is dat die echt specifiek gefokt zijn op het laten zien van dat mooie plaatje van hoge knie-actie en aan de teugel staande hals, het ideaal dat de Barokke ruiters nastreefden. Ze zijn specifiek op dit plaatje gefokt, met een korte rug, gebogen hals en hoge knie-actie, en dus zeggen wij dat ze echt gebouwd zijn op verzameling. Tegelijkertijd wordt in de moderne sportdressuur vooral de nadruk gelegd op enorm naar voren zwaaiende voorbeenactie en uitgestrekte gangen. Het reusltaat is dat de warmbloeden gefokt worden op een enorm gangpotentieel en de bijbehorende bouw (zeer schuine schouder, extreem lange bovenarm). Dat wordt door veel klassiek geschoolde ruiters als een soort valsspelen beschouwd, want die paarden lopen dus ook als ze geweldig slecht gereden worden nog steeds met die enorme schoudersouplesse en grote gangen.
In feite zijn beide situaties echter hetzelfde: een bepaalde rijstijl is in de mode, dus gaan de ruiters paarden fokken die 'van nature' het ideaalbeeld van die rijstijl al laten zien - zodat ze er rijtechnisch minder aan hoeven te verbeteren, grof gezegd. Het resultaat is dat je paarden fokt die heel gemakkelijk de uiterlijke kenmerken laat zien die je wilt zien, zonder daarbij echt verzameld te hoeven zijn. Dat zie je bij de Salinero's, die met kin op de borst en extreem kort op de grond staande achterbenen op de voorhand kunnen lopen en die voorbenen toch geweldig naar voren kunnen zwaaien. En de andalusiers en lusitano's die een prachtige hals en achterbeen activiteit kunnen laten zien terwijl ze zich in hun rug volledig vasthouden.
Dat talent werkt dus niet alleen voor, maar ook tegen de ruiter als je goed wilt rijden. Nu zijn Lusitano's door hun kortere rug en snelle achterbeen wel beter te verzamelen dan een gemiddelde ouderwetse Groninger, gewoon omdat de eerste echt op die dressuur/explosieve arbeid met stieren is gefokt, en de tweede echt op het trekken gefokt is. Hetzelfde geldt voor de Arabier, die komt uit een woestijngebied, heeft zijn sterkste kanten liggen bij het rennen en endurance, en dat zijn nu juist twee takken van sport waarbij verzameling redelijk contraproductief - want energieverslindend en vertragend - is.
Een Lusitano rij je over het algemeen voorwaarts-neerwaarts rijdt om te voorkomen dat hij zichzelf opfokt en in het houdinkje trekt om lekker te gaan stampen. Een typische arabier met een wat zwakkere rug, hogere halsaanzet en een rug die zich snel hol trekt als de staart omhoog gaat, heeft snel de neiging om het hoofd op te tillen om als je echt de houding 'aan de teugel' vraagt, zich in de derde halswervel af te buigen in een valse knik, die weliswaar erg sjiek staat maar rijtechnisch voor verkeerde afbuiging en op de voorhand lopen staat. Zo'n paard train je door veel voorwaarts neerwaarts rijden om hem lichamelijk en geestelijk te laten ontspannen en hem te leren om op vier benen te lopen, voordat hij lichamelijk en geestelijk de balans heeft om van de voorhand af te komen en rustig te blijven in wat meer oprichting en verzameling.
Ik denk dat elk paard wel zijn sterkere en zwakkere punten heeft die je bij de basis aan moet pakken om een echte verzameling te kunnen krijgen.
Bladwijzers